Wettelijke basis van een uitvaart

In de Wet op de lijkbezorging wordt onderscheid gemaakt tussen het lijk van een overledene en een doodgeborene. Ook wordt expliciet beschreven wanneer deze wet niet van toepassing is.

Artikel 2

1.Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder

a. lijk: het stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene;

b. doodgeborene: de na een zwangerschapsduur van ten minste vier en twintig weken ter wereld
    gekomen menselijke vrucht, welke na de geboorte geen enkel teken van levensverrichting heeft
    vertoond.

2. De bepalingen dezer wet zijn niet van toepassing op een na een zwangerschapsduur van minder
   dan vier en twintig weken ter wereld gekomen menselijke vrucht.

Foetussen en baby's

Bij de wijzigingen per 1 januari 2010 wordt in par. 2 Verlof tot begraving of crematie, artikel 11a echter de mogelijkheid geboden om de menselijke vrucht waarop de wet niet van toepassing is, wel te begraven of te cremeren.

§ 2. Verlof tot begraving of crematie
Artikel 11a

Onverminderd artikel 2, tweede lid, kan een menselijke vrucht als bedoeld in dat artikel worden begraven of gecremeerd mits een verklaring van de behandelende arts wordt overgelegd, waaruit blijkt dat het een menselijke vrucht als bedoeld in dat artikel betreft.

Hiermee wordt enerzijds de mogelijkheid geboden om de doodgeborene jonger dan 24 weken bijvoorbeeld in het ziekenhuis niet zonder meer met 'het medisch afval' mee te geven om verbrand te worden.
Aan de andere kant wordt hiermee expliciet de behoefte van ouders en nabestaanden erkend om door middel van een uitvaart afscheid te kunnen nemen van een doodgeborene jonger dan 24 weken.

Overeenkomstig de wens van de overledene

De uitvaart c.q. de lijkbezorging geschiedt volgens de Wet op de lijkbezorging overeenkomstig de wens van de overledene, tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden. Het doet er niet toe of deze wens blijkt uit gedane uitlatingen of levensbeschouwing, of dat dit op enigerlei wijze op schrift gezet is.

Dit betekent in de praktijk dat je de uitvaart op vrijwel elke wijze qua vervoer en uitvoering kunt laten plaatsvinden. Wel dient u zich te houden aan de openbare orde, zeden en de volksgezondheid. De uitvaart mag dus niet dienen om rellen uit te lokken en/of om -algemeen ervarend- kwetsend te zijn. Voor wat betreft de volksgezondheid moet u hierbij denken aan bijvoorbeeld besmettelijke ziekten ed.

Uitvaartwensen

Voor nabestaanden is het prettig wanneer de overledene het een en ander heeft vastgelegd met betrekking tot zijn/haar uitvaart. Het biedt de nabestaande namelijk een houvast bij het regelen van de uitvaart. Bijvoorbeeld als het gaat om de keuze voor cremeren of begraven en waar, welke muziek, welke sprekers. Vervolgens bij begraven de keuze voor wel of geen steen en wat voor soort of misschien zelfs een andersoortig grafmonument. Bij cremeren, verstrooien of bijzetten in columbarium of graf etc. etc.. Er is immers heel veel mogelijk.

Misschien is het lezen hierover een aanleiding om eens met je naasten te overleggen wat je zou willen bij jouw uitvaart en dat dan vast te leggen op papier middels een uitvaartodicil of een testament bij de notaris.